Informatie groep 1-2

In groep 1-2 staat plezier (in leren) centraal en werken wij aan het creëren van een prettige sfeer in de klassen. Om tot leren te komen is het van belang dat de kinderen en de leerkracht zich vertrouw​d voelen bij en met elkaar. Leren doen we namelijk met en van elkaar.

In de groepen 1-2 proberen we de "echte wereld'' na te bootsen in de klas. Dit doen wij door te werken aan verschillende thema's waarin de directe leefwereld (denk aan eten en koken in de keuken, de was doen, baby verzorgen), de wijdere wereld (denk aan winkels, verhuizen, openbaar vervoer, ziekenhuis), actualiteit (denk aan kamperen, ziekte, geboorte, sinterklaas) en boeken centraal worden gesteld. Gedurende het jaar veranderen de thema's en zal het aanbod hierop worden afgestemd. De leerkracht kiest activiteiten uit die aansluiten bij zowel het thema als de doelen waaraan op dat moment wordt gewerkt.

​Bij de activiteiten wordt er gekeken wat de kinderen al beheersen en wat de volgende stap is in hun leerproces. Dit gebeurt aan de hand van leerlijnen van het SLO (SLO is een landelijk kenniscentrum die o.a. het curriculum voor basisonderwijs opstelt).

Kinderen die ongeveer dezelfde doelen beheersen worden samengevoegd in niveaugroepen. Zij krijgen in kleine groepjes activiteiten aangeboden die passen bij hun eigen niveau. Er wordt op individueel niveau gekeken waar de behoefte ligt. Een leerling kan op het gebied van taal verder zijn dan op het gebied van rekenen. Als een leerling extra aandacht nodig heeft voor taal, zal het extra oefening aangeboden krijgen maar misschien heeft het voor rekenen wel extra uitdaging nodig. Omdat de ontwikkeling van een kleuter niet lineair verloopt, maar sprongsgewijs, worden doelen vaak herhaald, ook als ze het doel al beheersen.

Aan de hand van het thema worden de verschillende activiteiten aangepast en verweven in de klas. Zo ​zullen taal, rekenen, muziek, motorische ontwikkeling (grove en fijne) en de sociale ontwikkeling de hele dag aan bod komen. Er staan wekelijks specifieke leerdoelen centraal, maar er wordt ook de hele dag door aan andere leerdoelen gewerkt. Tijdens bijvoorbeeld het buitenspelen zijn kinderen bezig met bewegen en wordt er een beroep gedaan op de motorische ontwikkeling (hinkelen, rennen, springen), ze zijn bezig om de taal te ontwikkelen door o.a. de gesprekken die zij voeren, rekenvermogen wordt uitgedaagd wanneer zij bijvoorbeeld gaan hinkelen, er worden liedjes gezongen -tijdens spelletjes- en de grootste ontwikkeling vindt plaats op sociaal-emotioneel vlak (spullen en ruimte delen, samen spelen, omgaan met fysieke/mentale botsingen).

Ben je benieuwd wie hier allemaal aan meewerken? Kijk vooral rond op de website bij de verschillende groepen!